Ingrediënten
Pekelen
- 1 l water
- 70 g zout
- 40 g tagatesse
- 12 varkenswangetjes mooi ontvliesd
Lakken
- 1 el mosterd
- 6 el tomatenketchup
- 4 el sukrin
- 4 el ketjap manis
Overige
- 20 tal kroketjes
Groentjes
- 1 noot goede boter
- 8 roosjes broccoli
- 8 jonge worteltjes
- 8 roosjes bloemkool
- pezo
Stoven van de wangetjes
- 1 teentje look geperst
- 1 el sukrin bio winkel
- 2 el mosterd
- 2 el tomaten ketchup
- 2 el ketjap manis
- 1 stengel citroengras
- 1 takje rozemarijn
- 1 kippenbouillonblokje
- 2 cm gember in stukjes
Porties: personen
Instructies
- Pekelen: Kook het water, zout en tagatesse samen op en laat afkoelen. Zodra het is afgekoeld leg je er de wangetjes in, zet dit 24 u in de koelkast.
- Stoom de groentjes elk apart beetgaar: de bloemkool, broccoli en de jonge worteltjes. Verfris de groentjes onder koud water.
- Haal de wangetjes uit het pekelwater en bak ze mooi bruin in wat goede boter, dit in een grote pot met dikke boden.
- Stoven van de wangetjes: Blus de pot met water tot de wangetjes net onder staan. Voeg nu de rest van de ingrediënten toe: look, sukrin, mosterd, ketchup, ketjap manis, rozemarijn, bouillonblokje, citroengras en de gember. Laat dit een 2,5 u zachtjes pruttelen.
- Maak de lak: Meng de mosterd, ketchup, sukrin en ketjap manis. Laat dit eventjes inkoken.
- Verwarm de oven voor op 170 graden.
- Haal de wangetjes uit het kookvocht (hou het kookvocht bij) en dep ze droog met keukenpapier.
- Leg de wangetjes op een bakplaat bekleed met bakpapier en smeer de wangetjes in met de lak. Zet ze 15 minuten in de oven.
- Maak de saus: Neem enkele pollepels kookvocht van de wangetjes en kruid indien nodig bij. Breng dit aan de kook en bind met wat bruine roux.
- Bak de groentjes eventjes op in een pan met wat boter, kruid met pezo.
- Frituur de kroketjes.
Notities
Er is wel wat werk aan!
Ze zijn boterzacht.